Genealogy 'van Hulten' family

Back to 'van Hulten' family page

List of related surnames

Ancestor/ descendant trees


 

Genealogie Familie van Hulten

                                  

Wapen: In zilver een rode dwarsbalk, vergezeld van drie rode molenijzers (2-1).

Inleiding: De genealogie van de familie 'van Hulten' is in hoofdzaak gebaseerd op twee bronnen. Het grootste deel van de geschiedenis van het Fries-Groningse geslacht van Hulten is gepubliceerd in het Bijblad van "De Nederlandse Leeuw" 1960, deel 3, door de heer C. H. van Hulten. Een onderzoek van de heer H.L. Kruimel naar de familie van Hulten in Antwerpen is gepubliceerd 1979, in het Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie, p. 178-193, ’s-Gravenhage. Recentelijk zijn de vroege generaties aangevuld door Mr. G.J.J. van Wimersma Greidanus.

De genealogie in het Bijblad van "De Nederlandse Leeuw" gaat terug op de ,,Mimmorie", geschreven in 1631- ca.1644 door Lucas van Hulten den Olden, en de ,,Genealogie van Lucas van Hulten”, 1780-'85 H.S. met familie aantekeningen samengesteld door Ds. Lucas van Hulten

Genealogie:

I. Willem van Hulten, poorter van Antwerpen 19 dec. 1421, bezit 't Hof van Rodewelle neffens de Predickheren ald., koopman te Aken 1422, † voor 1439, tr. Gheertruyt van Homborch, † na 1440.

Poorterboeken Antwerpen, vierschaar, inv. nr. 1980/1981:

19 dec. 1421, Willem van Holten.

Stadsarchief  ’s-Hertogenbosch, Boschprotocol, inventarisnummer 1192, folio 393.

Op 3 jan 1422 belooft Rutger van Zeyn, wijlen Henrikzoon, super omnia (met alles wat hij heeft) 1000 vernieuwde gulden, vanouds Rijnsguldens, ten gunste van Willem van Hǔlten, kremer van Aken.

Antwerpen: Oudt register metten berderen, 1336-1439, fol. 129 (A.A.B. 28, p. 42-43):

d.d. 26 augustus 1428 - De erfgenamen van wijlen Heinrix van Linth zijnde, Matthys, Claus en Woutere van Linth, namens meerdere erfgenamen, treffen een regeling met Willem van Holten.

Fol. 129. Besluit betrekkelijk de regeling der nalatenschap van Hendrik van Linth.

In den jaere Ons Heeren M. CCCC. ende achtentwintich, sessentwintich dage in Augusto. quamen voere Burgermeestere ende Scepenen een deel van den erfgenamen wilen Heinrix van Linth, als Matthys, Claus ende Woutere van Linth, zyn broedere, ende meer andere bruedcr ende zustere kindere, ende begheerden te hebbene alsulken pennynge, van Willem van Holten, als hy over lanc in den wissel geset heeft, voere die afquitingen van anderhalven pond groete. alsulcx gelts als tallen paydage gemcynlic tAntwerpen in borsen gaet, jaerlikere ende erfliker renten, die hy afgequyt heeft, van zynen huyse met hove, gronde ende met al datter toebehoert, geheten tHof van Rodewelle, gestaen ende gelegen neffens de Predickaeren tAntwerpen, streckende neffens tFingerlyn, teynden aen der stad veste aldair, ende dat hy quiten mochte na der stad rechte, ende de voirs. Heinric van Linth wilen cochte ende gecreech jegens Meester Gheert den Wilden, na inhout van scepenenbrieve, bezegelt metten zegelen Ghysbrects Conincx ende Jacops van Stelant. Op welke begeerte de voirs. Willeme oic begheerde te hebbene vasticheyt van der voirs. quitingen met scepenenbrieven. Ende want de voirs. personen den voirgenoemden Willeme negheen clare gehele vasticheyt also gedoen en conden, mids der absentien van veel meer andere erfgenamen die daerinne gerecht zyn, so wert overdragen by Burgermeestere ende Scepenen voirgenoemt, dat de voirs. personen, erfgenamen Heinrix van Linth, Willeme van Holten overgeven sullen den voirgenoemden scepenen brief, daer Heinric van Linth dit voirs. anderhalf pond groete cochte ende gecreech jegens Meester Gheerde voirs. ende dat Willem van Holten zyn handt van den voirs. gelde doen gal ende latent den voirs. erfgenamen ende den anderen, die niet voer oegen en waren, volgen, elken na dat hy daerinne gerecht is. Dwelke in onser presentien beyde de voirs. partien, gelyc voirscreven is, deden, daeraf dat de voirs. Willem begheerde te hebbene de kennisse van den Heeren Burgermeesteren ende Scepenen voirs. Welke kennisse ende punten, gelyc zy bovengescreven staen, tot eenre euweger memorien ende vasticheden Willems voirs. ende zynre nacomelingen, wy Burgermeesteren ende Scepenen voirgenoempt bevolen hebben ende doen in onsen registere regesteren, ten jare ende dage voirscreven, int Burgermeesterscap van Her Clause van den Werve ende Her Claus Alleyns.

Schepenregister Antwerpen [SR] 17,  fol. 32:

Op 13 sept. 1431 bekent Jonffr. Gheertruyt van Homborch wettich wijf Willems van Holten met een momber haer gegeven bij consente van de voerz. Willem, die haer des geconsenteert heeft met een open bezegelde plackate bezegelt metten stadzegel van Aken die wij sagen... ,voldaan te zijn van Jan Beker vleeshouwer van alsulcke 450 gouden vranxe cronen eens als hij haer bekend had schuldig te zijn van de koop van den huyse met hove, poirte, vischputte gestaen en gelegen achter de p(re)dicken in Craeywyck. Ende schaut d(aer)af voors Janne claerlic quite.

SR 27, fol. 325vso:

d.d. 19 maart 1439 - Henric Janss wonende nu te ’s-Hertogenbosch, debet (is schuldig aan) Joffr. Gheertruyt van Homborch weduwe van wijlen Willem van Hulten, Joese en Alyt haar wettige kynderen wier vader was Willem van Hulten en (aan) Rutgher van Zeyne toonder de somme van 68 overlensche coervorsten gouden gulden of de waarde daarvan, te betalen in vier termijnen.

SR 26, fol. 202vso:

Op 10 sept. 1439 geeft Jonffr. Gheertruyt weduwe wilen Willems van Holten cum tutore vanwege Jonffr. Aliten van Holten haer dochter die 100 cronenjaarlijkse lijftocht die zij te haren beyder live heffende was opte edlenjoncken des Jonckeren van Wesemale en Jonffr. Johannen van Bouchout synre gesellynne.

Uit dit huwelijk:

1. Joes, volgt II .

2. Alyt van Hulten, woont te Keulen, tr. tussen sept. 1439 en april 1440 Hendrik Baeck.

Schepenregister Antwerpen [SR] 28, fol. 12vso:

Op. 16 april 1440 bekennen Gielis Pieter linnen(wever?) tAntwerpen op dese tyt ex uno, Jonffr. Ghertruyt van Hoemborch weduwe wilen Willems van Holten cum more, Joes van Holten ende Hendrick Baecx namens Jonfr. Aliten van Holten sine wive ex altera, dat zij onderling vriendelic van malcanderen vereffent, gescheiden en gesleten zijn van alle de geschillen welcke die zijn die zij met malcanderen gehad mogen hebben.

SR 40, fol. 169vs:

Op 8 maart 1448 machtigt Jonffr. Alyt Willemsdochter van Hulten, wettich wyf Henricx Boucxkens met enen vreemde momber huer gegeven bij consente en goeddunken des voirs. Henricx huers mans die huer des geconstitueert heeft na wtwysen eens stadbriefs van Coelne (Keulen) die wij sagen en hoerden lesen, Jan van Roede om namens haar al haar schulden, ook van de lijftocht die zij van mijn Jonckeren van Weesmale tot Loenhout of elders schuldig is (te voldoen).

Antwerpen: 2e Oudt register in’t parkement, 1438-1459, fol. 116 (A.A.B. 30, p. 320/21):

d.d. 4 juni 1448 - Geschil tussen Alyt van Holten, vrouw van Henricx Baecxken, burgers van Coelne, en Joes van Holten, haar broer, over de nalatenschap van hun ouders.

II. Joes Willems van Holten, tr. een dochter van Lucas Jans van den Arennest.

Uit dit huwelijk:

1. Lucas, volgt III.

2. Marie van Hulten, † voor 1541, tr. Peter Peters Bloemaert, kuyper te Antwerpen, † 1541.

3. Henrick van Hulten, goudsmid te Breugel onder de Meyerie vanden Bossche, † ca. 1538, tr. Arca Weyten, † na 1530.

Uit dit huwelijk: Joos van Holten, tr. Katline Peters Willemsdr.

Uit dit huwelijk: Jacob, Ida en Heylwig van Holten.

4. Johanna (Jenneke) van Hulten, vermeld te Breugel 1529, tr. Janne Michiels alias de Ruyter, † na 8 jan. 1529.

5. Rutgher van Hulten, geb. te Breugel bij Son, ingeschreven als student te Leuven in 1485, pastoor te Vissenaken, de eerste norbertijner pastoor in Tilburg 1502-1527, schrijver 'Liber Anniversariorum' (1509), woonde h. Moerenburg ald., † 1 juli 1538 te Tongerloo.

6. Katlyne van Hulten, tr. Aerd de Clerck, bereyder te Antwerpen.

Schepenregister Antwerpen [SR] 132, fol. 85:

d.d. 25 aug. 1507 - Margriete van Aernst weduwe wijlen Peters van Campdonck gaf te erve (droeg over aan) Henrick Langoore scrijnmaker een huis, zijnde de helft van een looven gelegen in de Borch tussen de andere helft van de loove geheten de Rosbelle ex una en het huis geheten de Gans ex altera, gelijk Geert Stouts, haar voorman wijlen van wie zij het geërfd heeft, op 29 juli 1467 gekocht heeft van Jan Boom en Lijsbet Hemelrycx zijn vrouw

SR 147, fol. 206:

d.d. 14 nov. 1515 - Lucas van Holten wyntavernier pro se, Peter Bloemaert namens Marien van Holten zijn vrouw des voorz. Lucas zuster pro se, Jan Michiels namens Johanna van Holten hun zuster pro se, alle voorz. personen voorts namens heer Rutgher en Henrick van Holten hun broers die zij hierin vervingen, bekenden betaald en voldaan te zijn door Aerd de Clerck bereyder, van alle goeden en versterfenissen die hun enigszins van Katlyne van Holten, hun zuster en Aerd's vrouw, toekomen en verstorven zijn, wegens uitkoop door Aerdt van de nalatenschap van Rutgher van Aernest, die oom was van de voorz. kinderen van Holten. Aerdts zuster Margriet heeft tocht.

SR 148, fol. 27:

d.d. 15 nov. 1515, Margriete van Aernst weduwe wijlen Peters van Campsdonck als tochtersse (vruchtgebruikster) cum tutore, Luycas van Hulten, Peter Bloemaert zijn zwager, ieder voor zich en medenamens Henrick van Hulten, Janne Michiels en Johannen van Hulten synen wive, die zij hierin vervingen als erf dragers van 1/4 huis geheten Den Vos in de Predikherenstraat, verstorven van Rutger van Arnest, hun broer, gaven te erve (verkochten) aan Huygen vanden Loope.

SR 145, fol. 211vs:

Op 22 dec. 1514 verkochten Henrick Wouters, kuiper Gielisswylen en Adriane van Elsacker zijn vrouw aan Peter Bloemaert ook kuiper Peterss, het huis geheten De Croone bij de Vismarkt -enz.

SR 178, fol. 41:

d.d. 16 juli 1530 - Henrick van Holten goutsmit om redenen hem daartoe porrende gaf over aan Jacob, Yda en Heylwig van Holten, wettige kinderen Joos van Holten zijn zoon, wier moeder is Katline Peters Willemsdr. wijlen, de proprieteit van al zijn recht, actie, part en gedeelte die hem competeren in alle achtergelaten goeden geërfd van Rutgheerde van Arnest, zijn oom, welke Margriete van Arnest in tocht heeft. Op conditie dat indien Henrick sterft vóór de voorz. Margriete, dat dan Arca Weyten, zijn vrouw en der voorz. kinderen moeder (N.B. dat staat er, maar bedoeld moet zijn: grootmoeder) zijn voorz. part en gedeelte levenslang zal blijven bezitten en gebruiken

SR 184, fol. 347vso:

d.d. 14 juni 1533 - o.a. Marie van Holten met Peeter Bloemaert cuyper eius marito, mede-erfgenaam van Barbele van Cuyct; verkoop (niet verder genoteerd).

 

SR 189, fol. 309vso:

Op 21 juni 1536 verkocht Henrick van Hulten Jooss te Bruegel bij sHertogenbossche aan Firmynen de Meesteren en Heylwich van Eenen zijn vrouw de 20 kar. gld. jaarlijkse erfrente die Jan Henrickss op 22 sept. 1528 bekend heeft schuldig te zijn aan Adriaen Henrickss zijn zoon, op twee huizen in de Huidenvetterstraat, zoals voorz. Jan Henrickss die op 23 sept. 1528 verkocht heeft aan Margriete van Aernest weduwe wijlen Peters van Campdonck zijn moeye wijlen van welke hem die verstorven zijn. Hij verbindt 19 kar. gld. jaarlijke erfrente op een huis naast de Rosbelle (nu koor van de Borchtkerk) en zijn recht in het huis den Legvuyt op de Huydemerct.

SR 194, fol. 189vso, 190:

Op 28 nov. 1538 gaf Henric van Holten Jooss wijlen terve aan Jan de Raeymaker laken bereyder al zijn recht op een kwart van een half huis met poort, plaats enz. geheten den Legvuyt gelegen beneden de huymerct alhier neffens en beneden der bruggen aldaer tussen heer Lucas van Holten c.s. huis ex uno en der stad Roye aldaer ex altera; ook al zijn recht op een kwart van de helft van een ander huis aldaar, welke gedeelten Henrick toekomen en verstorven zijn van Rutgheerde van Arenest zijn oom wijlen. Het huis is al belast, o.m. met 4 kar.gld. jaarlijkse erfrente van de wettige kinderen van Lucas van Holten. Genoemd worden nog de kinderen van Marie Moor, en de erfgenamen van voorz. Lucas van Holten.

SR 202, fol. 271:

d.d. 22 maart 1541 – Jacob Baertmaker brilmaker verkocht de momboren van Rhutgeert, Lucas en Joos Bloemaerts alle wettighe kinderen wylen Peeters Bloemaerts daer moeder aff was Marie van Hoelten, de 16 kar.gl. erflick rente die Soete Wigghers lestmael wed. Peeters van Achterhout op 29 november lestleden hem vercocht heeft op twee huysen geheten den Gulden Boom inde Vingerlinckstrate.

SR 212, fol. 92:

23 juli 1544, de mombers van Rutgheerd, Lucas en Joris Blommaert Peters kinderen wijlen wier moeder was Marie van Hulten kopen een erfrente op een huis geheten den Gulden Ab in Craeywijk in de Matstrate van de kinderen van Cornelis van Lamzweerde.

Over Rutgher van Holten als geestelijke is meer bekend:

  Coppens, J.A. (1843) Nieuw beschrijving van het Bisdom ’s-Hertogenbosch, Hertogenbosch.

Rutg. Holten, van Geel; had gestudeerd te Tongerloo en overleden 30 juni 1527 met aantekening: “In sommige schriften komt deze als een inboorling van Bruegel (bij Zon) voor. Hij was, pastoor te Vissenaken zijnde, naar Parijs gezonden geweest, waar hij eene diepe wetenschap had verkregen.

 

Juten, G.C.A. (1923) Kerkelijke beneficiën in het voormalig dekenaat Hilvarenbeek: Consilium de Beke, Taxandria, p. 74-92.

Tilburg 1523: Rector d. Rutgherus de Holten, residet. In een noot (Tax. 1923, pag. 75) is vermeld dat het overlijden is geregistreerd op 1 juli 1527 in het Necrologium (p. 128) van de norbertijner abdij te Tongerloo.

 

Wijnaendts van Resandt, W. (1934) De gemeenschappelijke afstamming van de beide geslachten Van Son nader gebracht, De Nederlandsche Leeuw,  k. 179. 

Bij de bespreking van Rutger Jans van Son zoon van Jan Jans en Jenneke zijn wettelijke huysvrouw dr. van Rutgher van Hoilten de opmerking: Zij moet een natuurlijke dochter zijn geweest van den toen bekenden pastoor van Tilburg Rutger van Holten, geboortig van Gheel, die van 1497-1527 pastoor te Tilburg was, komende van de Abdij van Tongerloo. Heer Rutger van Holten had ook een natuurlijken zoon Jheronimus, die in Tilburgsche acten van 1557 en 1558 voorkomt als gehuwd met Barbara dochter van Gijbrecht Beerten.

 

Wils, J. en Schillings A. [eds.] (1946/54) Matricule de l’Université de Louvain (deel 2, 1453-1485), p. 502.

Op augustus 1485: Rutgherus Judoci de Broeghel, ex Castro, dives (in art.).

 

Steijns, G.J.W. (1990) De geschiedenis van de parochie Tilburg ’t Heike;  Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jaargang 8, p. 64-75.

Rutger van Holten was in 1502 de eerste norbertijner pastoor die ook werkelijk in Tilburg actief was. Deze eerste residerende pastoor, Rutger van Holten, heeft alle rechten en bezittingen van kerk en pastoor in 1513-1516 opgetekend in twee registertjes, die samen zijn gebonden met het van kort voor 1509 daterende 'Liber Anniversariorum', het jaargetijdenboek van de parochie, dat nu in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel berust.

De aanwezigheid van norbertijnen in Tilburg gaat terug tot 1232, toen de abdij van Tongerlo rechten verwierf op de kerk van Tilburg. Vanaf deze tijd waren de pastoors van Tilburg meestal abdijheren van Tongerlo, die zich echter de eerste eeuwen lieten vertegenwoordigen door plaatselijke geestelijken. In 1502 vestigde Rutger van Holten zich als eerste norbertijnse pastoor in Tilburg. De kerk stond op de plaats van de huidige kerk van het Heike. Als pastorie diende het huis Moerenburg, aan de Moerenburgsestraat dat de abdij van Tongerlo in 1384 had gekocht.

 

Bijsterveld, A.J.A. (1993) Laverend tussen Kerk en Wereld, de pastoors in Noord-Brabant 1400-1570, Vrije Universiteit, Amsterdam.

Frater Rutgerus Judoci de Holten alias Van Broghel (ook: van Holten, de Broeghel), vermeld 1484-1527, geboren te Breugel in het bisdom Luik, overleden 1 juli 1527; van 1502 tot 1527 rector ecclesiae te Tilburg.

III. Lucas van Hulten Jooszone, wijnkoper te Antwerpen, tavernier in "De Witte Leeuw" op de Markt, poorter van Antwerpen tussen 1 okt. 1497 en 30 sept. 1498, † Antwerpen 2 sept. 1518, begr. Minrebroederskerk in de zijbeuk, tr. 1e Maria Wouters, † voor 1502, dr. van Gielys, kuiper, en Cathelyne Thielmans; tr. 2e Antwerpen jan. 1502 Agneta van der Hagen, geb. Antwerpen ca.1482, † ald. 2 mei 1512, begr. Minrebroederskerk, dr. van Jan en Laurentia Boels.

 

Het m.s. van der Hagen geeft nadere gegevens over de ouders en grootouders van Agneta van der Hagen:

 

Jan van der Hagen, wolverkoper te Antwerpen, tr. le jan. 1473 Laurentia Boels, † Antwerpen 16 okt. 1485, begr. O.L. Vrouwenkerk, dr. van Claes Jansz. en Catharina van Middelsande, tr. 2e Antwerpen nov. 1488 Barbara Boone;

Michiel van der Hagen. zn. van Michiel en Catharina Pipenpoy, wolverkoper te Antwerpen, † ald. 1464, begr. Minrebroederskerk, tr. Clementia van Keerbergen, geb. Brecht-Sint Lenaert, † Antwerpen 15 april 1483, begr. Minrebroederskerk.

 

Poorterboeken Antwerpen:

1 okt. 1497-30 sept. 1498: ,,ontfanck van nieuwen poorters" Lucas van Hulten Joessone.

 

Schepenregister Antwerpen [SR], 129, fol. 138:

dd. 20 juli 1506 - Meester Willem van Garwen priester en opperparochiaan in OL Vrouwenkerk alhier, Aerdt de Clerck uutsnydere, Henric Wouters cuyper en Cornelis de Beere vleeschhouwere als vrienden en magen en momboren van Lucas, Ida en Katlynen wettige kinderen Lucas van Holten daer moeder af was Marie Wouters die zij vervingen bij consent van de weesmeesters dezer stadt, bekenden voldaan te zijn door Lucas den vader van alle goederen en versterfenissen van hun moeder Marie. Overmits dien dat de vader deugdelijk rekening gedaan heeft en uitgekocht heeft als nabeschreven; Lucas bekende schuldig te zijn aan zijn kinderen 300 pond, elk kind 100 pond bij meerderjarigheid; hij beloofde de kinderen te onderhouden, te kleden, naar school te laten gaan enz.

SR 131, fol. 161vso:

Op 27 nov. 1507 verkoopt Cornelis Corneliss van Berghen geseten inden Oudenbossche, aan Lucas van Holten Weerdt inden Witten Leeuw alhier sjaars erfelijk vijf schellingen groten brabants op een huis metten hove staande in Oudenbosch voorz. aan de plaats gelegen tussen het huis De Drie Koningen en Jans vanden Meere erf, te betalen vanaf een jaar na eerstkomende dies natalis (Kerstmis); het huis is al belast met een erfelijk cijns aan de kerk van Sinte Bemaerts.

Asaert, Dr. G. (2005) Honderd huizen aan de Grote Markt van Antwerpen, Zwolle.

Het huis Den Leeuw stond op de hoek van de Zilversmedenstraat en de Gildekamersstraat, tussen de Keerse en de Leeuwinne in de Zilversmedenstraat. Het besloeg twee gevels en was daardoor het breedste huis op de westkant. Voor de bouw van het nieuwe stadhuis in 1561-1664 stonden de huizen aan de Grote Markt en is sprake van “gront die seer weerdich is”. Het huis is in bezit van Margriet van Doerne als rond 1500 het bezit overgaat naar het schuttersgilde. Al in 1404 leverde Den Leeuw wijn op het stadhuis. In 1479 werden de beide behuizinge  nog verhuurd aan Adriaen van Pantgate een “tavernier en coopman vanden corten wynen” voor zes jaar. (Wanneer precies Lucas van Hulten het wijnhuis huurt is niet duidelijk, in ieder geval voor 1507). Voor 1531 neemt Anthonius Wouters en zijn vrouw Katlijne Sneewaters het wijnhuis over.

 

SR 139, fol. 125:

Op 15 dec. 1511 verkopen Lucas van Holten, "weerdt in de Witte Leeu alhier" en Marten Boemans als gemachtigden van Andries Kemp Gerrytsz., van ’s-Hertogenbosch, een erfelijke rente op de stad, gekomen van Gerryt Kempe en hem, Andries Kempe, verstorven van zijn vader.

SR 144, fol. 46vso:

d.d. 21 okt. 1513 - Huyge van den Loope calengierde van naderschap (recht van nakoop) de koop van de helft van twee huizen geheten Coelen en Aken, staande in de Predickherenstrate, als Lysbeth Boydens wed. Jan van Breda onlangs gedaan heeft tegens Lysbeth van den Lope met huer man [=Claes Corneliss] en Lucas van Holten.

SR 145, fol. 212vso:

Op 19 dec. 1514 verkopen Lysbeth van den Loope Lodewycxdochter met Claus Cornelis haar man voor de ene helft, en Lucas van Holten voor hem en als uitgekocht hebbende zijn broers en zuster (niet met name genoemd) voor de andere helft, aan Huyge van den Loope, voors. Lysbet broer, de helft van twee huizen, waarvan de andere helft de voors. Huyghe toebehoort, geheten Coelen en Aken, naast elkaar staande in de Predikheerenstraat, voor 7 pond 8 schell. en een halve penning sjaars.

SR 145, fol. 347:

Op 20 jan. 1515 scheiding van de nalatenschap van Gielyse (Gilles) Wouters en Catlyne Thielmans tussen hun kinderen Meester Claus Wouters, licenciaat in de medicijnen, Henrick Wouters, Anthonius Wouters, Zuster Johanna Wouters, geprofeesde in het Godshuis van de Zieke Lieden buiten deze stad, Margriet Wouters gehuwd met Cornelis de Beer, vleeshouwer, Alydt Wouters, gehuwd met Jan Scheyne. smit, voorts Henrick Wouters, Cornelis de Beer en Jan Scheyne als vrienden en magen van Lucas en Katelyne van Holten, wettige kinderen van Lucas van Holten "daer moeder af was" Maria Wouters (die dus toen niet meer leefde). Zij maken tezamen scheiding van de nalatenschap van hun ouders en hun broer Gielyse Wouters.

In deze aanzienlijke boedel o.a. renten op het huis ,,De Croone" bij de Vismarkt en ,,De Schare" op het L. Vrouwe kerkhof die worden toebedeeld aan Lucas en Katelyne van Holten. Er zijn verschillende rentebrieven op vaste goederen te Brecht.

SR. 147, fol. 139:

Op 10 nov. 1514 verkoopt Jacob Danckaerts. scrynwerker, aan de mombers van Lucas en Katlynen van Holten, kinderen van Lucas van Holten een erfrente.

SR. 145, fol. 206:

Op 9 of 10 dec. 1514 geven Henrick Wouters cuyper Gielisswylen, meester Claus Wouters meester in medecijnen syn brueder, en Anthonis Wouters huerlieden brueder, Magriete Wouters huerlieder suster met Cornelis de Beer vleeschhouwer eius marito, Alydt Wouters huer suster met Jan Scheyve eius marito, Jouffr. Alyd Bogaerts vrouwe des godshuys van den seekerheden buyten deser stad gestaen uten name van Jouffr. Jehanne Wouters suster der voirs. kinderen, geprofessyde in den voirs. godshuyse, voirs. Cornelis de Beer, Henrick Wouters en voirs. Anthonis Wouters als momboren van Lucas ende Katlyne wittige kinderen Lucas van Holten daer moeder aff was Marie oick des voirs. Gielis wettige dochter, terve Jaspar van den Broeck cuyper, een huys in den Losengawech geheten de Cuyperstrate - gelyck van hun ouders verstorven syn.

SR. 157, fol. 23 vso:

Op 13 febr. 1520 verkopen Willem Baudet, koopman, en Katelyne van Holten, Lucasdochter wylen, een rente aan de mombers van Lucas van Holten, Katelyne's broeder, welke rente 9 febr. 1481 was opgedragen door Jan Rombouts aan Gielys Wouters, kuiper, grootvader van de kinderen Lucas en Katelyne.

SR 162, fol. 286vso: 

d.d. 9 jan. 1522 - Henrick Wouters cuyper, Anthonis Wouters weerdt inden Witten Leeu opte merct alhier, Jan Scheyve pro se et nomine van Alydt Wouters eius uxor, suster van Henrick en Anthonis voergen., en Lucas van Holten Lucasswylen oppidanus alle als erfgenamen van wylen mr. Claus Wouters huer brueder, zwager en oom., machtigen voorts in den name van Andries Bouwens als getrout hebbende Magriete Wouters, suster der voers. kinderen Wouters …

SR. 161, fol. 114 vso:

Op 11 juli 1522 verkopen Peter van Mierlaer en Katelyne Luycx een rente op een huis in de Predikherenstraat genaamd Sint Glaude aan Lucas van Holten wijlen Lucaszone.

Als deze Katelyne Luycx (Lucasdochter?) identiek is met de in de vorige akte genoemde vrouw van Willem Baudet, is ze dus tussen 1520 en 1522 hertrouwd.

SR 238, fol. 206:

21 mei 1550 - Andries Janss vischcooper wedr. wylen Margriete Wouters, Anthonis Wouters Gielissewylen pro se, Jouffr. A1ydt Wouters des voirs Anthonis zuster wed. Steven Smits, Gielis Wouters Henricxssewylen van den voerbedde ... (met zusters, kinderen van Adriana Zeldackers = van Elsacker; en de drie kinderen van den nabedde waarvan moeder was Marie sClercx) samen pro se, heer Lucas van Hulten priester Lucassewijlen daer moeder aff was Marie Wouters des voirs Anthonis en Jouffr. Alydt zuster, Jacob Boudet pro se et nomine van Lucas Boudet zyn brueder die buytenslants is, Willemsse- wylen daer moeder aff was Katlijne van Hulten des voors. heer Lucas zuster wylen, pro se, altsamen als erfgenamen van wylen Magriete Wouters des voirs. Andries Janss huysvrouwe en andere comparanten zustere, moeye ende oude moeije respective; deling ... meer akten.

SR. 169, fol. 146:

Op 21 febr. 1526 verkoopt Lucas van Holten, priester aan Margriete van Arneste weduwe Peter van Campdonck een rente die op 6 febr. 1492 was gekocht door Gielise Wouters grootvader van de verkoper. De rente rust op een huis op de hoek van de Markt en de Braderystraat

Uit het eerste huwelijk van Lucas van Hulten met Maria Wouters:

1. Lucas van Hulten, ingeschreven als student te Leuven 1513, minderjarig 1514 en 1520, meerderjarig 11 juli 1522, priester 1526.

 

2. Ida van Hulten, voor 1514.

 

3. Katelyne van Hulten, minderjarig 1514, † na 13 febr. 1520, tr. voor 13 febr. 1520 Willem Baudet, koopman, voor 1550.

Uit het tweede huwelijk van Lucas van Hulten met Agneta van der Hagen:

4. Jan, volgt IV.

 

5. Anna van Hulten, geb. 1505, † Leuven, tr. Adriaen van der Beke, zeepzieder te Antwerpen, † Leuven.

 

Het "Album Van der Hagen" noemt hun nakomelingen op de blz. 10, 21, 41, 42, 115-117:

a) Anna van der Beke, geb. 1543, † 1 juni 1577. tr. 22 mei 1569 Hendrick Wolfaert, vermeld 1569-1576, † 14 juni 1577.

b) Maria van der Beke, † 1581, tr. na 23 aug. 1569 Meester Hendrik Blom, chirurgijn te Antwerpen.

Uit dit huwelijk: Peter Blom, geb. 1572, † jong, Anna Blom, geb. 1574, Peter Blom, geb. 1576 en Jacob Blom, geb. l579.

In de eerder vermelde schepenbrief van 23 aug. 1569 worden deze zusters Verbeke genoemd. In tegenstelling met het Album Van der Hagen is in de schepenbrieven steeds sprake van Verbeke, bovendien wordt Adriaen als Mr. Adriaen aangeduid dus als chirurgijn en niet als zeepzieder. Op 18 juli 1576 (schepenbrieven nr. 336, fol. 576) compareren leden van de familie Van der Hagen in verband met dezelfde nalatenschap, o.a. Meester Hendrik Blomme ,,medicyn alhier soe over hem selve en als man en momboir van Marie Verbeke" waarbij procuratie wordt gegeven aan Henrick Wolff met wie wel Henrick Wolffaert wordt bedoeld.

 

Schepenregister Antwerpen [SR] 155, fol. 75vso:

Op 21 juli 1519 bekenden Peter Bloemaert de Jonge, Jan van Yelegem en Peter van den Dorpe momboeren van Jan en Anna wettige kinderen wylen Lucas van Holten daer moeder af was Agneese van der Haghe, ontvangen afquitinge.

SR 197, fol. 109:

Op 13 dec. 1540 verkochten Katlyne, Lysbeth en Anna van der Haghen Janskinderenwylen, pro se, Anna noch als actie hebbende van Michiel van der Hagen huer brueder, Jouffr. Jacomyne Elouts daer moeder af was Jouffr. Clemencie van der Haghen, met Geleyn Asseliers eius marito, Jouffr. Anna Eelhouts Pauwelsdr. daer de voers Jouffr. Clemencie oyck moeder at was, en Joutfr. Anna van Holten Lucasdr. daer moeder af was Agneete van der Haghen met mr. Adriaen Verbeke eius marito, alle voer hen ze1ven, en voorts in den name van Jan van Holten der voers. Jouffr. Anna brueder, aan Jan du Carne wasmaker en Franchyne Colen eius uxori, een huis Groot Cranenborch opten hoeck vande Corte Coepoortstrate tegenover ‘t-Schaeckboort tusschen Cleyn Cranenborch en Den Horen, welk huys de voers. Jan van der Haghe (der voers. kinderen vader en grootvader wylen, van wie verstorven is) op 11 mei 1482 jegens Jan van den Morter en zyne consorten gekocht heeft.

SR. 221, fol. 267:

d.d. 15 okt. 1546 - Familie Van den Loope, w.o. Alyt van den Loope, die een vierendeel van een te verkopen huis gekocht heeft te weten de ene helft 22 november 1539 en de andere helft 17 maart daarna van heer Lucas van Holten priester en Jan van Holten zijn broer c.s.

SR. 377, fol. 263:

d.d. 17 jan. 1584 -– Hendrick Bloeme wedr. Maria Verbeke; kinderen Pieter, Jacques en Anna. Hun testament 23 jan. 1579 voor notaris Henri van Uffele.

 

IV. Jan van Hulten Lucaszoon, geb. omstr. 1503, koopman te Antwerpen, † ald. 25 mei 1573, begr. St. Andrieskerkhof, tr. 1e omstr. 1527 Margrieta Draecx (Draeck), † voor 1555, dr. van Willem en Elisabeth Meerts: tr. 2e Elsken van Orten; tr. 3e Anna Eskens, † na 21 mei 1561.

Schepenbrieven Antwerpen 264, fol. 204:

Op 29 maart 1557 kwiteert Jan van Hulten, ,,coopman, Lucaszone wijlen" de erfgenamen van Michiel van der Hagen voor de aflossing van een rentebrief hem aanbedeeld uit het sterfhuis van Juffr. Margriete van der Hagen, zijn moeye en door hem ontvangen in mei 1552.

SR. 289, fol. 178:

Op 9 aug. 1558 verkoopt Jan van Hulten een rentebrief die 19 nov. 1550 door Jan van Quickelberghe Jansz. was verkocht aan Lysbette van der Hagen Jansdr., en die hem uit het sterfhuis van Lysbette van der Hagen was aangekomen bij scheiding van 29 aug.1552.

SR. 282, fol. 161:

Op 21 april 1561 compareren Jan van Hulten Lucaszone en Anna Eskens zijn wettige huisvrouw en zijn kinderen.

Uit het eerste huwelijk:

1. Guillaume, volgt Va.

Uit het tweede huwelijk:

2. Lucas, volgt Vb.

 

3. Philips, † jong (volgens Album Van der Hagen).

 

4. Clara, † jong (volgens Album Van der Hagen).

 

5. Catharina van Hulten, minderjarig 21 april 1561, meerderjarig 15 nov. 1569, tr. tussen 15 nov. 1569 en 31 jan. 1572 Janne (Hans) Frans, lanteernmaker.

 

Schepenregister Antwerpen 332, fol. 363 vso:

Op 31 jan. 1572 kwiteren Catharyna van Hulten Jansdochter en Jan Franss, lanteernmaker, Anna van Lare weduwe wijlen Lucas van Hulten (haar schoonzuster) wegens gevoerd beheer.

 

Dat Anna van Lare op 31 jan. 1572 wordt gekwiteerd, zou er op kunnen wijzen, dat zij omstreeks deze tijd hertrouwde met Matthijs van Knapsen.

Op blz. 20, 40, 113. 114 van het Album Van der Hagen worden als hun kinderen genoemd Jan Frans, † jong, Guillaume Frans en Nicolaes Frans.

Va. Guillaume van Hulten Janszoon, geb. omstr. 1528, chirurgijn te Antwerpen, † tussen 30 april 1577 en 15 nov. 1578, tr. voor 12 okt. 1556 Catharina van Lare, dr. van Henrick en Janneken Maes.

Schepenregister Antwerpen [SR.] 251, fol. 91:

Op 22 sept. 1554 kwiteert Guillaume van Hulten Janssone Berthelmeeus De Bois, koopman voor een bedrag van 30 ponden 19 schell. als hem competeren ,,by slote van rekeninghe ter cause van administratie." Op dezelfde dag verkoopt Guillaume aan De Bois het zesde deel in een vierendeel en nog een zesde deel van een half vierendeel van een huis geheten ,,De Roese gestaen ende gelegen aen de Grote Merct alhier tusschen de Huyse geheeten Henegouwen en de huyse geheeten Valckenborch, comende achter met enen huyse uyte In de Keesstrate, gelyck hen verstorven is van Willem Draeck zyn grootvader wylen".

 

SR.  251, fol. 94 vso:

Op 23 sept. 1554 ,,Guillaume van Hulten, Janssone oudt sessentwintich jaeren gaff t' erve" enz. Zelfde personen.

 

SR. 259, fol. 256:

12 okt. 1556 ,,Guillaume van Hulten, Janssone en Kathelyne van Lare Henricxdr. eius ux. ende Elisabeth Lare, sustere van voorsegde Katelyne schuldig Anthonisse van Male, Jasparssone wylen dertich Ponden 2 Schell. sesse Penn. van seeckere goederen en coopmanscappe." Guillaume van Hulten stelt tot onderpand een stuk land ,,In de Nyestadt als achtergelaten by wylen Willem Draeck".

 

SR. 259, fol. 131:

18 juni 1556 Guillaume van Hulten Janssone ,,volcomelick gecontenteert en al vernuecht van Peteren van der Hagen en de andere erffgenaemen van wylen Michiels van der Hagen die zyne mombor geweest van alle de administratie van coope en vercoopene van altghene hen aencleven en dependerende is van wylen Jouffr. Margriete van der Hagen zynre oude moeye weduwe wylen Johannes van Itegem en van Jouffr. Elisabeth van der Haghen oock zyne oude moeye en van alle andere zynre vrienden".

 

SR. 282, fol. 161:

21 april 1561 compareert hij tezamen met Jan van Hulten Lucaszone wylen en Anne Eskens bij de aflossing van een rentebrief.

 

SR. 297, fol. 162:

3 juni 1564 ,,Guillaume van Hulten, Jans van welke Guillaume moeder was wylen Jouffr. Margriete Draecx vercochte Joncheer Franchoys Draeck Joncheer Willemssone wylen" een rente van 8 car. gld. uit land ,,in de Nieuwe Stadt buyten 't Cruyphol".

 

SR. 323, fol. 572:

15 nov. 1569 kwiteren Guillaume, Lucas en Catelyne van Hulten Jans' kinderen voor de aflossing van een rente van 13 car. gld die Henrick Happaert, natuurlijke zoon van wijlen ridder Jan Happaert en Jouffr. Alydt Jacobs zijn huisvrouw hun opgedragen hadden op 14 nov. 1564, gaande uit een huis ,,In de Nyestrate geheeten de Happaertstrate". Zijnde de penningen daartoe gekomen uit de verkoop van een bos onder Heffen en Puurs (beide bij Mechelen) gekomen van Jouffr. Catelyne van der Hagen.

In de volgende akte kwiteren Guillaume van Hulten en Lucas van Hulten voor zichzelf en Lucas tevens voor Catelyne van Hulten hun zuster en Janne Franss "eius marito" Mr. Jan Asseliers, secretaris van deze stad voor de aflossing van een rente op genoemde bossen.

 

SR. 334, fol. 12 vso:

2 jan. 1574 Elisabeth van de Lare, wettige huysvrouw van Merten Le Forestier te Rouaan kwiteert Mr. Guillaume van Hulten voor de administratie van de goederen gekomen van haar ouders Henrick van Lare en Janneken Maes, van de goederen gekomen van Michiel van Lare haar broeder en van hetgeen Tanneken van Lare ,,haerder suster" huisvrouw van Matthys van Cnabben haar schuldig was.

 

SR. 336, fol. 576:

Op 18 juli 1576 wordt procuratie gegeven o.a. door Willem van Hulten voor hem zelf en als momber van de kinderen van Lucas van Hulten zijn broeder en door Jan Frans gehuwd met Katlyne van Hulten aan Henrick Wolff (is wel Wolffaert) om hun zaken waar te nemen.

Uit het huwelijk van Guillaume van Hulten en Catharina van Lare:

1. Guillaume, volgt VIa.

 

2. Lucas van Hulten, † jong (Album Van der Hagen).

VIa. Meester Guillaume van Hulten, chirurgijn en barbier te Antwerpen, † na 23 juli 1586, tr. voor 9 dec. 1577 Anna van Bornhem, † na 23 juli 1586, dr. van Gielis, schout van Puurs.

Schepenbrieven Antwerpen [SR] 348. fol. 140:

Op 9 dec. 1577 compareren Mr. Raymondus Jeremias en David Ghysbrechts, kinderen van wijlen Mr. Franchois Ghysbrechts en wijlen Anna Andries, met hun zuster Anne Ghysbrechts en haar man Janne van Eversberghe. Zij gaven ,,te erve" Mr. Guillaume van Hulten ,,oick barbier" en Anna van Borne zijn huisvrouw een huis dewelcke eertyds het waeckhuys te wesen plach en nu ter tyt daer aff ontlast is, geleghen op ter Cammerpoertbrugghe".

 

SR. 348, fol. 157:

Op 31 dec. 1578 verkopen Guillaume van Hulten, barbier en Anna van Borne aan Mathyse van Cnappen, stijfselmaker en Anna van Lare zijn vrouw erfelijk 13 car. gld. op een huis ,,op ter Cammerpoortbrugghe tusschen 't huys de Grote Mortier en Philips Stevens huys".

 

SR. 362, fol. 145 vso:

Op 8 maart 1580 verkoopt Mr. Willem van Hulten barbier alhier de mombers ten behoeve van de kinderen van Lucas van Hulten ,,daer moeder aff was Anna van Lare" het derde gedeelte en al zijn rechten aan 25 car. gld. ,,daeraff de 20 car. gld. Anna Verbeke met Henrick Wolffaert eius marito op ten 23 aug. XVcLXIX overgegeven gecedeert en getransporteert zijn door Janne van Hulten voor de tocht en zijn wettige kinderen voer de proprieteyt, daeraff zyns comparants vader een is geweest, achtergelaten by Jouffr. Cathelyne van Haghen weduwe wylen Peeters van Dorpe zyn oude moye".

 

SR. 383, fol. 407:

31 jan. 1585 Meester Willem van Hulten, chirurgijn, Jan Huyners scrynwercker en Henrick van Oncken, coopman verkopen Meesteren Mathys van Pekene, procureur tot behoef van Catharina Verbruggen Jansdochter wylen, huysvrouw van Jan Henricx Smet een hoeve, groot 15 bunderen, gelegen onder de heerlijkheden van Puers en Ruysbroeck.

 

SR. 385, fol. 28 vso:

Op 23 juli 1586 verkopen Meester Guillaem van Hulten, barbier en Anna van Bornhem zijn huisvrouw ,,Gielisse van Bornhem schoutet van Puers des voors. Anna vader een huys met gronden d' welck eertyden een waeckhuys geweest heeft en nu ter tyt daeraff geheelyc ontlast is, gestaan ende geleegen op te Cammerpoortbrugge tusschen 't Huys de Gulden Mortier ende Philips Stevens huys. In alder mannieren zy comparanten dat op ten IX dach December in den Jaere 1577 jegens Mr. Raymoldus Ghysbrechts gecregen en 't erve genomen hebben".

 

Parochieregister 8, fol. 73:

26 juli 1578 -  gedoopt Joannes, zoon van mr. Guilliam van Hulten en Anna getuigen: D. Joannes van der Noet, Abbas .. Bernardi, Lynken van Borhum.

Uit dit huwelijk:

Johannes van Hulten, ged. Antwerpen 26 juli 1578.

Verder is naar het echtpaar Guillaume van Hulten -Anna van Bornhem (het Album Van der Hagen noemt haar, wel ten onrechte, van Boom ) of hun kinderen niet gezocht.

Vb Lucas van Hulten, geb. Antwerpen 1543, lakenfabriceur, stijfselmaker buiten Antwerpen, vluchte naar Wezel, begr. Sinte Willeboorts buyten Antwerpen 1571, tr. Antwerpen 18 febr. 1563 Anna (Tanneke) van Lare, † Antwerpen tussen 31 dec. 1578 en 8 maart 1580, dr. van Henrick en Janneken Maes; zij hertr. Mathys van Knapsen.

Lucas van Hulten hing de Reformatie aan. Door een, gereformeerde, Spaanse officier gewaarschuwd, dat hij op last van de Raad van Beroerte ,,in de boeijens gebracht" zou worden, is hij met zijn gezin (omstr. 1570) uitgeweken naar Wezel. Hij en zijn vrouw hebben nog enige jaren te Wezel gewoond, ,,in vreugde van haeren Godsdienst opentlijk te mogen belijden".

Lucas van Hulten zal wel naar Wezel gevlucht zijn. Dat hij er ook is overleden is twijfelachtig gezien de opmerking in het Album Van der Hagen, dat hij te Sint Willeboort werd begraven. Vele Antwerpenaren verlieten bij de komst van Alva de stad, maar keerden terug toen de stad in handen van de Prins van Oranje kwam. De grote uittocht begon na de val van Antwerpen in 1585 toen Lucas van Hulten en zijn vrouw al jaren dood waren. Hun zoons Lucas en Hendrik zullen de stad pas omstreeks 1585 hebben verlaten. Vaste goederen werden veelal pas later van de hand gedaan, de grote verkoop daarvan had tijdens het Twaalfjarig Bestand plaats.

Schepenregister Antwerpen [SR.] 323, fol. 572:

Op 31 jan. 1572 dechargeert Catharyna van Hulten Jansdochter met Jan Franss, haar man, Anna van Lare weduwe Lucas van Hulten en de voogden van haar minderjarige kinderen wegens het gevoerd beheer.

Volgens de eerder genoemde schepenbrief van 2 jan. 1574 is Anna van Lare hertrouwd met Mathijs van Knapsen.

 

SR. 367, fol. 316:

6 nov. 1581 Hans Hedyn vercocht om een somme gelds van 26 P(onden) V(laams) die hem bij Michiel ver Quickelberghe al wel vergolden is de momboir en tot behoef van de onbejaerde kinderen van (wijlen is doorgehaald) Lucas van Hulten en Matthys van Knaxsen, daer moeder aff was Anna van Lare het achtste deel van een huys daeraff de andere seven achtsten deelen de voors. kynderen reespectieve syn toebehoorende in welke manier dit alsoe tot derselver kinderen behoef gecocht wordt, gelegen in de prochie St Willeboorts tegens over de kercke. In alle manieren hy comparant op ten XV October Ao XVcLXXX by Aerde Wils in ‘t selve achsten deel was gegoedt.

 

SR 367, 8 nov. 1581:

Compareert Anne Cugnet wed. wijlen Thomas van Thielt cum tutore verkocht Michiel van Quickelberghe en zijn mede-mombers in de naam en tot behoef van Lucas, Heyndrick en Tanneken van Hulten Lucaskinderen ,,daer moeder aff was" Anne van Lare die 8 car. gld. die Henrick Cugnet voor hemzelf en als gemachtigde van Michiel Smits als momber van Marie van Pamele Jansdr. ,,daer moeder aff was" Marie Cugnet op 8 juli ,,lesleden" getransporteerd heeft en die Angula Cugnet cum.s. op 20 oktober Ao XVcLXXll verkocht hebben Christoffel Cugnet op het huis St. Gielis gestaan en gelegen in de Nieuwstraat, lopende vanuit ,,St Clarestr. nae de nyeuwe Borsse".

 

Weesmeesterrekeningen van de stad Antwerpen nr. 37:

10 juli 1582 wordt een uitgebreide rekening en verantwoording afgelegd door Michiel van Quickelberghe en Sr. Pauwels Ratens wegens het beheer van de goederen van Lucas, Henrick en Anne van Hulten. Er zijn vele rentebrieven. Het woonhuis te Sint Willeboorts blijft onverdeeld. Verder blijkt, dat Anna van Lare bij Mathys van Knapsen een dochter Johanna had en dat haar nalatenschap was gescheiden ,,te Sint Jansmisse 1579". De kinderen zijn geruime tijd in huis geweest bij hun moeye Catharine van Lare.

Uit dit huwelijk:

 

1. Lucas, volgt VIb.

 

2. Jan van Hulten, jong overleden.

 

3. Hendrik (Antonius) van Hulten, juwelier of zilversmid, uitgeweken naar Engeland, alwaar hij te Londen in het huwelijk trad met N.N.

 

4. Anna van Hulten, keerde terug naar Antwerpen, tr. ald. Louis Dennetières (d' Ennetières), heer van Watines in Henegouwen (R.K.).

 

5. Peter van Hulten, jong overleden.

VIb. Lucas van Hulten, geb. Lillo (bij Antwerpen) 17 febr. 1563, chirurgijn en veltscheer onder Caspar van Eeuwsum, burger van Groningen 1597, vendrich 1608, burger-hopman 1621, gezworene 1622, lid van de kerke­raad 1624, ouderling 1625, kluftmeester 1626, kerkmeester 1626, voogd A-kerk 1627 27 febr. 1630 ald., † Groningen 20 juni 1637, begr. A-kerk 24 juni d.a.v., tr. Leeuwarden 16 juni 1588 o.s. Hiske Barels (Baroldes), geb. Groningen omstreeks 1565, † Groningen daags voor St. Maarten, 93 jaar oud, dr. van Hinrick, burgemeester van Groningen.

Waarschijnlijk na de val van Antwerpen sluit Lucas zich bij het leger van Willem Lodewijk in Friesland aan, via contacten met de Groningse geuzen­aanvoerder Caspar van Ewsum,  die met de familie was bevriend. Jaren lang trekt Lucas en zijn vrouw met het leger rond in de provincie Gronin­gen . Er worden kinderen geboren, in de Schans te Soltkamp  (= Zoutkamp ) en in die te Bourtange. Het merendeel van deze kinderen sterft zeer jong. Na de verovering van de stad Groningen door Prins Maurits  vinden we het gezin van Lucas (1597) daar ,,met de woon”. Hij behoort dan tot de vermogende families, wat wel verklaard wordt uit zijn huwelijk met de burgemeestersdochter Hiske Baroldes . Een andere verklaring is dat hij geld van de goederen in Antwerpen krijgt.

Antwerpen Schepenregisters 448, fol. 40:

27 juni 1603 - Anna van Hulten Lucasdr. wylen pro se en als actie hebbende van Lucas van Hulten haren broeder van alle goeden verstorven van ouders als gepasseert 27 sept. 1594 voor schepenen, met Adam Durant zycooper, eius marito, Gillis Frans in den name van Henrick van Hulten voors. Anna broeder (procuratie), Jehanne van Knapen voors. Anna van Hulten halve suster ongehouwt wesende, out xxiij jaren, tesamen geinstitueerde erfgenamen van wylen Catelyne van Lare weduwe wylen mrs. Guille van Hulten des ouden by haren testamente voor Dierick Smit diemen noempt Fabri oppidanus notaris, 9 jan. 1602, voor de tweederde deelen van de rente, en Guille [=Guillaume of Guilliame] Frans Jansswylen daer moeder aff was Catelyne van Hulten, borratwercker voer het resterende derde derdendeel, vercochten Jan van de Perre als rentmeester st. Elisabeth Ghasthuyse alhier ... rente.

Uit dit huwelijk:

 

1. Anna van Hulten, geb. in de Schans de Soltcamp 26 mei, ged. Leeuwarden 23 juli, begr. Niekerk in de Marne 13 nov. 1591.

 

2. Anna van Hulten, geboren Leeuwarden 24 sept. 1592  † Groningen 18 aug. 1652, tr. ald. 9 febr. 1617 Coppen Jarges op Heralma en in Hommerzee, geb. Saaxum, Heralmaborg 27 maart 1575, studeerde te Franeker, Leiden, Orleans en Padua, rentmr. van Stad en Lande, ontvanger-generaal der landsmiddelen in Wedde en Bellingwolde, † Groningen 1 okt. 1642, zn. van Eyso, een der hoofden in de opstand tegen Spanje, ondertekenaar van de Unie van Utrecht, en Lucke Entens, van Mentheda.

 

3. Lucresie van Hulten , geb. Groningen 25 sept., 27 sept. 1594 ald. begraven op het Sinte Mertens kerckhoff onder de linde.

 

4. Cathelijne van Hulten, geb. in de Schans op de Bortange 29 maart, ged. 4 april 1596, † Groningen 17 okt. 1599, begr. St. Mertens kerckhoff onder de linde.

 

5. Clara van Hulten, 14 maart, † ald. 18 mei 1598, begr. St. Mertens kerckhoff.

 

6. Clara van Hulten, geb. Groningen 13 maart 1600, † ald. 27 febr. 1671, tr. ald. 24 april 1625, tr. Dr. Bernhardus Alting , geb. Groningen omstr. 1598, ingeschreven als phil. student ald. 15 febr. 1616, doctor ‘der beider rechten’, syndicus 1631, gezworene en raadsheer te Groningen 1653, schrijver van “De Pilaren ende Peerlen van Groningen” (1647), ald. 6 jan. 1657, zn. van Ludolph, sergeant in een compagnie van de stadhouder, en Beerte Oisterwijck.

 

7. Lucas, volgt VII.

 

8. Catalijne van Hulten, geb. Groningen 8 april, ged. A-kerk 27 mei 1604, begr. St. Mertens kerckhoff onder de linde 3 juni 1606.

 

9.  Harmen van Hulten , geb. Groningen 2 jan., ged. 6 febr., † 19 febr. 1606, begr. St. Mertens kerckhoff onder de linde.

VII. Mr. Lucas van Hulten, geb. Groningen 7, ged. M.K. 17 febr. 1602, ingeschreven als jur. student ald. 9 nov. 1620, in Leiden 1 juni 1623, vaandrig 17 nov. 1627, hopman in het burgerregiment 20 dec 1634, voogd Aduarder Gasthuis 1630, gezworene 15 febr. 1633, schepper van Scharmer 1633, ambtman van het Gorecht 1639, administrateur weeskamer 29 febr. 1640, taalman 1641, assessor van het Gerecht der Provincie, raadsheer van de stad Groningen 8 febr. 1643-1650, lid Ged. Staten van Stad en Lande 3 maart 1645, lid Raad van State 1651,lid Admiraliteiten van Dokkum 1642 en Amsterdam 12 mei 1648, benoemd tot curator van de Hogeschool ald. 1652, woont te Groningen 'an der Rijpe' tegenover het A-kerckhof, † Groningen 6 febr. 1652, tr. ald. 16 aug. 1629 Lummetien Heynens, woont als weduwe in een huis ‘in Nieuwe Straetjen tot aan Stoeldraierstrate' ald., † Groningen 1662, dr. van Hinric, raadsheer ald., en Giselina Broyls.

 

Uit dit huwelijk:

1. Lucas van Hulten, geb. en ged. Groningen (A-kerk) 16 mei 1630, † 18 aug. 1631, begr. in de A-kerk bij de westerdeur.

 

2. Helena (Hille) van Hulten , ged. Groningen 29 jan. 1632, ald. 6 april 1688, tr. ald. (ondertr. 1 april) 16 april 1665  Johan Tammen, geb. h. Galckema onder Garrelsweer 16 juni 1627, richter te Westerwolde, daarna secr. te Groningen, ouderling N.K., assessor van de hoofdmannenkamer en raadsheer ald., Groningen 28 mei 1681, zn. van Sicco, arfgeseten ende hoevelinck tho Garreltswehr, Loppersum ende Wyrdum, en Aeltien Rufelaert en wedr. van Elisabeth Noordhorn.

 

3. Hijske van Hulten, geb. Groningen 31 jan., ged. 2 febr. † ald. 21 sept. , begr. A-kerk 24 sept. 1634.

4. Hiske van Hulten, ged. Groningen (A-kerk) 30 juni 1635, ald. 22 okt. 1672, tr. Groningen 13 sept. 1661 Jurrien Antonis van Hees, ged. Leeuwarden 23 jan. 1642, kornet van een cavalerie compagnie in het regiment van Beyma, Groningen 26 april 1673, zn. van Antonius, gesworene, raad en bouwmr. van Leeuwarden, en Henrickien Juriens.

 

5. Lucas, volgt VIII.

 

6. Hijndric van Hulten, geb. Groningen 11, ged. A-kerk 14 maart 1639, ald. 24 maart 1641, begr. A-kerk.

 

7. Gerrit (Gerardus) van Hulten, geb. Groningen 17, ged. (A-kerk) 21 maart 1641, ingeschreven als phil. student ald. jan. 1660, proviand- en ammunitiemeester van de vesting Boertange, ald. ’in de pest-tijden’ van 1665, nov. 21, tr. Groningen 23 juli 1664 Gaudina Crans, ged. ald. 6 dec. 1644, omstr. dezelfde tijd als haar echtg., dr. van Derk, giltrechter, solliciteur en burger-luitenant te Groningen, en Cornelia Frix.

 

Uit dit huwelijk:

 

Cornelia van Hulten, geb. Boertange, ged. Groningen (N.K.) 15 sept. 1665, † ald. 1739, tr. Groningen 13 nov. 1692 Ficco Veldtman, geb. Groningen 28 april 1657, commies­provinciaal van Stad en Lande te Groningen, ald. 1 okt. 1716, zn. van Hendrik Ficco, oeconomus, raadsheer te Groningen, en Aaltje Wedda.

8. Gijsseltien van Hulten, geb. Groningen 10, ged. A-kerk 21 mei 1643, † ald. 26 aug. 1643, begr. A-kerk.

9. Gijsseltien van Hulten , geb. Groningen 27, ged. A-kerk 29 aug., † ald. 29 aug., begr. A-kerk 31 aug 1644.

10. Gissele (Giselina) van Hulten, geb. Groningen 20, ged. A-kerk 22 febr. 1646, ald. 16 febr. 1680, tr. Groningen (procl. 14 nov.) 17 dec. 1663 Nicolaas Sigers, geb. ald. 18 mei 1642, vaandrig, capitain, luitenant-kolonel, 16 dec. 1703, zn. van Jacob, gezworende, giltrechtechstheer, weesheer te Groningen, en Arentijn (Arentje) Frix.

 

11. Hendrick van Hulten, ged. Groningen (A-kerk) 12 sept. 1648, capitain in statendienst, voogd Anna Varwers Gasthuis te Groningen, woonde in de Folckingestraat ald., † in of na 1709.

 

12. Gerbrand van Hulten, ged. Groningen (A-kerk) 22 juni 1651, kinderloos gestorven voor 13 maart 1668.

VIII. Lucas van Hulten, geb. Groningen 13, ged. A-kerk 14 febr. 1637, ingeschreven als jur. student ald. 16 juli 1655, rentmr. der predikantsgoederen in Groningen, commies-generaal ter admiraliteit te Harlingen 1680, woonde in de Turftorenstraat te Groningen, ald. 28 juni 1699, tr. Groningen (ondertr. 27 dec. 1662) 31 jan. 1663 Henrica Welman, geb. ald. 19 jan. 1643, ald. 15 maart 1694, dr. van Dr. Hinricus, hoogleraar geneeskunde te Groningen, en Maria Bonnema.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Lucas van Hulten, ged. Groningen (A-kerk) 23 sept. 1663, jong overleden.

 

2. Maria van Hulten, geb. Groningen 11, ged. (M.K.) 12 nov. 1665, lidm. Hervormde kerk ald. (att. van Harlingen) dec. 1699, woonde in de Marktstaat te Groningen, ald. ongehuwd 28 dec. 1751.

 

3.   Lucas van Hulten, ged. Groningen (N.K.) 6 okt. 1667, jong overleden.

 

4. Lummetjen van Hulten, ged. Groningen (N.K.) 30 sept. 1668, jong overleden.

 

5. Lamina van Hulten, ged. Groningen (A-kerk) 17 okt. 1669, lidm. Hervormde kerk ald. (att. van Harlingen) dec. 1699, † Groningen ongehuwd (datum breuk 6 april) 1748.

 

6. Beerdina Algonda van Hulten, geb. en ged. Groningen (N.K.) 12 okt. 1671, lidm. Hervormde kerk ald. (att. van Harlingen) dec. 1699, woonde 1710 in de Jacobiner later in de Marktstrate te Groningen, † ald. 15 maart 1748 ongehuwd.

 

7.   Hillena van Hulten, ged. Groningen (A-kerk) 14 maart 1675, woonde 1710 in de Jacobinerstraat te Groningen.

 

8.  Henric van Hulten, ged. Groningen (N.K.) 19 nov. 1678.

 

9. Lucas, volgt IX.

IX. Lucas van Hulten (van Niehove), geb. Harlingen 23 sept. 1680, ingeschreven als jur. student te Groningen 19 aug. 1696,  woonde als advocaat bij de Jadtsbrugge ald. (1703), "majoor ende capitein van een compagnie infanterie"  in staatsdienst te Bourtange, woonde in de Marktstraat te Groningen, † ald 10 dec. 1748, tr. Groningen (A-kerk) 18 okt. 1716 Anna Catharina van Brunsveld, ged. Groningen 9 dec. 1693, † ald. 7 juni 1760, dr. van Theodorus, secr. v. d. Rekenkamer van Stad en Lande te Groningen, en Geertruida Knock.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Geertruida van Hulten, geb. Groningen 4, ged. A-kerk 6 okt. 1717, ald. 2 jan. 1799, tr. Groningen 9 juli 1741 Mr. Theodorus Beckeringh, geb. ald. 21 aug. 1712, ingeschreven als jur. student te Groningen 1732, promoveerde op ,,De Lege Rhodia De Jactu” ald. 10 april 1738, assessor van het Generaliteits Krijgsgericht, redger in de Ommelanden en grietman in het Westerkwartier, maker van de Beckering-kaart van de provincie Groningen 1781, 30 aug. 1790, zn. van Lambertus, eerste secret. van Ged. Staten van Stad en Lande, en Catharina Sijpkens.

 

2. Theodorus Brunsveld, volgt X.

X. Mr. Theodorus Brunsveld van Hulten, geb. Groningen 11, ged. 12 jan. N.K 1719, ingeschreven als jur. student ald. 14 aug. 1739, promoveerde 1 juli 1744 op ,,De fide jussoribus”, gekozen tot gezworene 15 febr. 1751, tuchtmr. provinciaal te Groningen, grietman tot Niehove (Nyehove) en Langewold (oost en wester deel), woonde in de Marktstraat en (1765) in de Fiolenstraat (zuidzijde) te Groningen, † ald. 3 dec. 1783, begr. in de N.K. voor raadstoel no. 117, tr. Groningen (N.K.) 25 juli 1751 Rebecca Johanna van Lill, geb. Amsterdam 4 oktober 1724, † Kiel-Windeweer 17 april 1805, dr. van Wouter, rentmr. der Ommelanden te Groningen, en Johanna Rokogh.

 

Uit dit huwelijk:

1. Lucas, volgt XIa.

 

2. Wouter, volgt XIb.

 

2.      Theodorus Henricus van Hulten, ged. Groningen (N.K.) 20 sept. 1757.

 

3.      Johanna Catharina van Hulten, ged. Groningen (N.K.) 28 dec. 1760.

 

4.      Johanna van Hulten, ged. Groningen (N.K.) 11 dec. 1763.

 

5.      Anna Catrina van Hulten, ged. Groningen (N.K.) 11 dec. 1763.

 

XIa. Ds. Lucas van Hulten, geb. Groningen 6, ged. N.K. 7 mei 1752, ingeschreven als theol. student ald. 15 juli 1770, predikant te Ter Apel, vervolgens te Windeweer en Lula 28 mei 1797-1823, lid van het plaatselijk bestuur van Kropswolde 10 april 1798, † Kiel-Windeweer 12 juni 1824, tr. 1e Vlagtwedde 1 jan. 1779 Nezina Mennes, geb. Zweeloo 4, ged. 10 juni 1759, † Ter Apel 8 op 9 okt. 1781, dr. van Ds. Everhardus, predikant te Neermoor (O.Fr.), Zweeloo en Vlagtwedde, en Johanna Hazelhoff; tr. 2e Odoorn 27 febr. 1783, Anna Nieuwold, geb. de Waal, Texel 12 okt. 1755, † Kiel-Windeweer 8 jan. 1827, dr. van Ds. Focco Louwerts, predikant te Odoorn, en Anna ten Oever.

 

            Uit het eerste huwelijk:

1. Theodorus Brunsveld, volgt XIIa.

    Uit het tweede huwelijk:

 

1. Johanna Rebecca van Hulten, geb. Ter Apel 5, ged. ald. 8 febr. 1784, † Windeweer 13 juni 1856, tr. Kiel-Windeweer 23 maart 1814 Roelf Willems te Velde, ged. ald. 11 mei 1783, landbouwer en herbergier te Kiel-Windeweer, ald. 27 dec. 1848, zn. van Willem Cornellijs en Grietje Roelfs te Velde.

 

2. Fokko Frederik Nieuwold, volgt XIIb.

 

3. Anna Wilhelmina van Hulten, geb. Ter Apel 20 mei 1795, † Avenhorn 7 dec. 1883, tr. Kiel-Windeweer 19 april 1826 Ds. Hermannus Petrus van der Haar, geb. Denekamp 7 okt. 1799, Ned. Herv. predikant, † Grosthuizen 7 april 1858, zn. van Ds. Petrus en Elisabeth Poort.

XIIa. Theodorus Brunsveld van Hulten, geb. Ter Apel 31 okt. 1779, ingeschreven als student te Groningen 7 juli 1796, directeur der koloniale kaarten te Amsterdam 1808-1810, luit.-kol. der genie 1824, gepens. met rang van kolonel 1845, schrijver van ,,Verhandeling betreffende het approvisionnement van vestingen” (1823), † Breda 5 dec. 1853, tr. Geertruidenberg 12 juni 1806 Gesina Emilia Keuchenius, geb. Hilvarenbeek  3, ged. 9 maart 1788, † Hattem 12 jan. 1845, dr. van Ds. Petrus, predikant te Hilvarenbeek en Geertruidenberg, en Cornelia Angelica van Nieuwenhoven.

 

Uit dit huwelijk:

1. Nezina Angelique Brunsveld van Hulten, geb. Geertuidenberg 21, ged. 28 juni 1807, † Vianen 14 okt. 1894, tr. Vlissingen 3 dec. 1831 Jan van der Stok, geb. Oudewater, ged. Nieuwpoort (Z.H.) 16 okt. 1801, kapitein der genie, Zutphen 5 nov. 1851, zn. van Nicolaas, secr. krijgsgericht te Nieuwpoort en assesor te Naarden, en Antje van Ingen.

2. Mr. Petrus Brunsveld van HuIten, (R.N.L.) geb. Geertruidenberg 28, ged. 31 juli 1808, fiscaal van de raad van justitie te Semarang 1842-’48, proc.-generaal bij het Hooggerechtshof van Ned.-Indië tot 1855, 's-Gravenhage 13 april 1867.

3. Lucas Brunsveld van Hulten, geb. Amsterdam 14, ged. Amstelkerk 25 okt. 1810, † Batavia 26 febr. 1851.

4. Willem Paulus Brunsveld van Hulten, geb. d'Octeville sur Cherbourg 11 sept. 1812, luit. ter zee 2e klasse, † Batavia 8 april 1842.

5. Johannes Fokko Samuel Brunsveld van Hulten, (R.M.W.O. 4) geb. d'Octeville sur Cherbourg 14 mei 1814, luit.-kol. art. O.-I. leger, adj. van de Gouverneur Generaal, deelnemer aan de Bonische expeditie 1858, Brussel 1 febr. 1868.

6. Anna Cornelia Angélique Brunsveld van Hulten , geb. Venlo  17 april 1817, † Zutphen  3 april 1894.

7. Emilia Maria Wilhelmina Brunsveld van Hulten, geb. Venlo 20 april 1818, Lith 10 febr. 1896, tr. Zwolle Karel Marinus Frijlinck, geb. Den Dungen 20 maart 1803, notaris te Lith, ald. 29 nov. 1887, zn. van Willem Folkert, secretaris en dijkontvanger van Alem en Maren, en Maria Jenetta Keuchenius.

8. Johanna Maria Cornelia Brunsveld van Hulten, geb. Oudenaarden 26 okt. 1819, † Nijmegen 18 dec. 1892, tr. Ede 20 juli 1882 Johan Hendrik Lux, geb. Ath 8 febr. 1817, majoor artillerie, † 's-Gravenhage 24 mei 1885, zn. van Johan Hendrik en Henriëtta Maria Wipperman en wedr. van Johanna Catharina Juliana Washington.

9. Dorothea Brunsveld van Hulten, geb. Oudenaarden 22 dec. 1820, Batavia 15 jan 1859, tr. ald. 25 okt. 1855 Gerrit Jan Buijs (Buys), hij tr. 1e Helena Houtbeckers, † Batavia 24 febr. 1851; 2e Batavia 24 maart 1852 Anna Elisabeth Zecha, † Batavia 9 april 1853.

10. Wilhelmina Louise Brunsveld van Hulten, geb. Oudenaarden 13 aug. 1823, † Ede 27 nov. 1881.

11. Frederik Brunsveld van Hulten, geb. Oudenaarden 9 jan. 1825, begr. Hattem 16 juli 1841.

12. Maria Bastiana Theodora Brunsveld van Hulten, geb. Oudenaarden 9 aug. 1826, † Ede 3 mei 1877.

13. Cornelia Angélique Brunsveld van Hulten, geb. Oudenaarden 6 jan. 1828, Nijmegen 3 sept. 1910, tr. Amersfoort 15 juni 1871 Mr. Guillaume Egbert Catharinus Croiset, geb. Amsterdam 29 aug. 1817, ontvanger der registr. te Oldenzaal, Medemblik en Woerden, bewaarder der hypotheken en kadaster te Amersfoort, letterkundige (ook onder het pseudoniem W. van Rehburg), † Amersfoort, h. Puntenburg 22 okt. 1877, zn. van Mr. Gauthier Theodore Benjamin, ontvanger van de registratie te Amsterdam, en Henriëtte van Irhoven van Dam; wedr. van 1e Justina Klinkhamer, geb. Amsterdam 19 sept. 1824, † Amersfoort 6 sept. 1859, dr. van Jacob Frederik, notaris te Amsterdam, en Sara Bollard;  2e Johanna Wilhelmina Constantia Eekhout, geb. Groningen 27 okt. 1819, † Amersfoort 18 sept. 1841, dr. van Roelof, verificateur van de registratie en domeinen te Groningen, en Johanna Wilhelmina Constantina Eckhard.

14. Samuel Jacob Brunsveld van Hulten, geb. 1 juli 1829, geb. Oudenaarden 1 juli 1829, officier Ned. leger in O.I. 1848 –’66 in o.a. Celebes en Borneo, gepens. met de rang van kapitein.

XIIb. Fokko Frederik Nieuwold van Hulten, geb. Ter Apel 10 aug. 1787, landmeter v. h. kad., maakte de eerste kadastrale kaart van de stad Groningen 1821-’23, lid van de gem. -raad en plv. burgemr. te Veendam, † ald. 14 juni 1847, tr. Kantens 21 mei 1817 Alida Klazina van der Linden van Spranckhuijzen, geb. Kantens 13 maart 1793, † Veendam 2 maart 1855, dr. van Ds. Johannes, predikant te Paesens en Kantens, en Helena Johanna Sibinga.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Lucas Theodorus Brunsveld, volgt XIIIa.

 

2. Johannes Frederik van Hulten, geb. Veendam 6 mei 1821, boekbinder ald., † Veendam 24 mei 1887.

 

3. Fokko Frederik, volgt XIIIb.

 

4. Johannes Gerardus van Hulten, geb. Veendam 23 dec. 1825, † ald. 23 okt. 1827.

 

5. Helena Johanna van Hulten, geb. Veendam 12 jan. 1831, ald. 3 mei 1884, tr. Veendam 27 april 1862 Antonius Cornelis Regouw, geb. 's-Gravenhage 11 juni 1830, directeur post- en telegraafkantoor Veendam, ald. 4 dec. 1882, zn. van Antonius, goud- en zilversmid te ’s-Gravenhage, en Maria Cornelia Kootman.

XIIIa. Lucas Theodorus Brunsveld van Hulten, geb. Veendam 31 okt. 1818, heel- en vroedmeester te Lopper­sum, lid gem. -raad ald., † Loppersum 22 dec. 1891, tr. Middelstum 3 mei 1849 Grietje Jans Wiersema, geb. ald. 6 maart 1819, † Loppersum 13 maart 1891, dr. van Jan Meinderts, landbouwer te Middelstum, en Anje Tonnis Dijkema.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Fokko Frederik, volgt XIVa.

 

2. Anna Lucretia van Hulten, geb. Loppersum 9 april 1854, † Groningen 18 jan.1942.

 

3. Alida Klasina van Hulten, geb. Loppersum 20 nov. 1854, † Groningen 25 nov.1941.

 

4. Helena Johanna van Hulten, geb. Loppersum 20 febr. 1856, Groningen 12 nov. 1933, tr. Loppersum 31 aug. 1892 Jan Meihuizen, geb. Hoogezand 1 sept. 1852, leerhandelaar en leerlooier ald., Kolham (Slochteren) 10 febr. 1907, zn. van Samuel Stevensz., leerlooier te Hoogezand, en Neeltje Jans ten Doornkaat.

 

5. Jan Lucas, volgt XIVb.

 

XIVa. Fokko Frederik van Hulten, geb. Loppersum 24 mei 1850, ijzerhandelaar te Veendam, later te Nieuwe Pekela, † ald. 9 febr. 1910, tr. ald. 30 aug. 1877 Geertje Stratingh, geb. Oude Pekela 29 maart 1854, dr. van Geert, schipper van de galjoot Jantina ald., en Jantje Kleeve.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Margrietha Lucretia van Hulten, geb. Veendam 23 juli 1878, Oude Pekela 24 jan. 1914, tr. Nieuwe Pekela 17 april 1912 Hendrik Jacobus de Boer, geb. 1 mei 1880 Nieuwe Pekela, kweker ald., † Apeldoorn 19 april 1956, zn. van Meint, notaris te Nieuwe Pekela, en Janna Plukker.

 

2. Geertruida Jantiena van Hulten, geb. Veendam 19 maart 1882, Gouda 7 nov. 1953, tr. Nieuwe Pekela 17 dec. 1908 Pieter Pannevis, geb. Oudshoorn 20 aug. 1860, directeur sleepdienst Haarlemmermeer N.V., Gouda 8 aug. 1943, zn. van Cornelis, timmerman te Oudshoorn, en Anna Otto.

 

3. Anna Alida Helena van Hulten, geb. Veendam 10 sept. 1884, 's-Hertogenbosch 20 juni 1946, tr. Nieuwe Pekela 21 juni 1911 Klaas Sikkesz. Visser, geb. Oppenhuizen (Fr.) 26 febr. 1885, handelsagent te Groningen, ald. 2 maart 1953, zn. van Sikke Klasen, kruidenier te Langweer, en Jeltje Bakker.

XIVb. Jan Lucas van Hulten, geb. Loppersum 30 juni 1858, arts, † Rijswijk (Z.-H.) 19 okt.1929, tr. 1e Groningen 23 maart 1894 Wietje Elizabeth Reddingius, geb. Garmerwolde 27 juni 1861, † Loppersum 30 mei 1897, dr. van Ds. Gerardus Benthem en Eeuwkona Maria Moltmaker, tr. 2e Bodegraven 26 juli 1899 Maria Clara Kapteyn, geb. ald. 12 febr. 1862, † Rijswijk (Z.-H.) 3 nov. 1927, dr. van Dr. Willem Hendrik en Jantje Braunius Oeberius.

 

Uit het eerste huwelijk:

 

1. Grietje Eeuwkona Maria van Hulten, geb. Loppersum 23 mei 1897, † 24 mei 1972 Baarn, tr. Rijswijk (Z.-H.) 7 juli 1922 Dr. Willem Hendrik Oeberius Kapteijn, geb. Apeldoorn 4 febr. 1897, kinderarts te Leeuwarden, zn. van Jacobus Cornelius en Maria Adriana Catharina Francisca de Ridder.

Uit het tweede huwelijk:

 

2. Johanna Maria Lucretia van Hulten, geb. Loppersum 7 mei 1900, † Utrecht 28 maart 1955, tr. 1e (door echtsch. ontb.) Jan Coenraad de Lange, arts te Gendringen, tr. 2e Willem H. Dieduksman, † 5 april 1944.

XIIIb. Fokko Frederik van Hulten, geb. Veendam 27 sept. 1823, confiseur-cuisinier, lid v. d. commissie van toezicht op het M.O., † Veendam 5 okt.1905, tr. ald. 23 mei 1850 Stijntje Doewes, geb. Veendam 2 sept. 1825, † ald. 2 juli 1901, dr. van Pieter Alberts en Geertje Jans Boer.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Pieter, volgt XIVc.

 

2. Lucas van Hulten, geb. Veendam 11 okt. 1855, veearts, † Utrecht 14 nov. 1879 aan tyfus.

 

3. Albert Jan van Hulten, geb. Veendam 7 aug. 1857, banketbakker en kok ald., † Veendam 6 febr. 1927, tr. ald. 8 juli 1892 Roelfina Jantina de Boer, geb. ald. 29 maart 1856, † ald. 21 juli 1932, dr. van Lubbert Meints en Harmke Harms Doewes.

Uit dit huwelijk:

 

        Frederik Pieter Lucas van Hulten, geb. Veendam 8 juni, † 10 juli 1893.

 

 

4. Alida Klasina van Hulten, geb. Veendam 2 nov. 1858, † Buiten-Veldert (gem. Amsterdam) 27 april 1945, tr. Veendam 12 april 1887 Tjakke Hazewinkel, geb. Wildervank 26 juni 1856, leraar geschiedenis 5-jarige H.B.S. te Arnhem, † ald. 21 okt. 1932, zn. van Jan Abraham en Regina Scholten.

 

5. Geertje Maria van Hulten, geb. Veendam 29 febr. 1860, ambtenaar P.T.T., † Arnhem 30 jan. 1926.

 

6. Fokko Frederik, volgt XIVd.

XIVc. Pieter van Hulten, geb. Veendam 12 dec. 1853, ingeschreven als student farmacie te Groningen 1872, apotheker. eerst te Oude-Pekela, daarna te Arnhem, † Veendam 5 aug. 1885, tr. ald. 2 nov. 1876 Afina Alberdina Steenhuisen, geb. Veendam 14 nov. 1853, † ald. 21 nov. 1921, dr. van Harm Evert scheepseigenaar en schipper, en Alida Afina van Linge.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Alida Alina van Hulten, geb. Oude-Pekela 16 mei 1879, † Pretoria (Z.-A.) 12 juni 1935, tr. ald. 29 aug. 1909 Ing. Johan Kammeyer, ook genaamd Bergfeld, geb. Amsterdam 4 juni 1868, als electr. techn. installateur werkzaam geweest in Duitsland, Spanje en Zuid-Afrika, † Pretoria 7 febr. 1931, zn. van Heinrich Mathias en Catharina Smitt.

 

2. Christina Alida Geertruida van Hulten, geb. Oude-Pekela 22 mei 1881, oud adj.-commies P.T.T., † Velp 13 maart 1967.

 

3. Carel Herman, volgt XVa.

XVa. Carel Herman van Hulten, geb. Arnhem 10 jan. 1884, kand.-notaris, oud hoofdbeambte in alg. dienst Nederl. Bank, eerder alg. chef de bureau en alg. proc.houder Nationale Levensverz. Bank N.V. te Rotterdam, † Loenen 2 jan. 1969 , tr. 's-Gravenhage 4 april 1917 Catharina Oosterbaan, geb. Aduard 22 juni 1892, † Bussum 14 febr. 1955, dr. van Gerardus, arts, en Ida Elisabeth Poelman.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Dr. Ida Elisabeth van Hulten, geb. Rotterdam 2 juni 1918, soc. doct., promoveerde 16 dec. 1953 te Leiden op: “Stijging en daling in een groot modern bedrijf: Onderzoek naar de sociale stratificatie en sociale mobiliteit bij de N.V. Philips gloeilampen fabriek te Eindhoven”, tr. Bussum 12 dec. 1953 Dr. Knut Gunnar Pipping, geb. Åbo (Finland) 17 sept. 1920, socioloog, docent a. d. Zweedse Univ. ald., † Åbo 27 maart 1997, zn. van Prof. Dr. Hugo Rudolf en Estrid Constance Jägerskiöld [Åbo].

 

2. Afina Christina van Hulten, geb. Bussum 21 april 1920, tr. Amsterdam 8 jan. 1948 Hubert Jan Eggen, geb. Ulestraten (L.) 5 april 1921, kunstschilder en beeldhouwer, † Maastricht 10 febr. 2000, zn. van Johannes Hubertus en Maria Anna Knubben. [Ulestraten].

 

3. Gerarda Jacoba van Hulten, geb. Bussum 4 mei 1922, tr. Djakarta 7 dec. 1951 (echtsch. ingeschr. 's-Gravenhage 21 nov. 1977) Johannes Martinus Exmann, geb. Amsterdam 31 maart 1919, organisatiedeskundige  bij Bruynzeel N.V., † Zaandam 28 okt. 2001, zn. van Johannes Martinus en Christine van Bezuye. [Voorburg].

 

4. Catharina Carolina van Hulten, geb. Bussum 2 aug. 1925, serg. majoor ad. K.N.I.L., ['s-Gravenhage], tr. 1e Amsterdam 26 aug. 1947 (echtsch. uitgespr. Arr.-Rb. ald. 16 juli 1953) George Adrianus van der Wilde, geb. Leiden 28 aug. 1921, inspecteur verz. mij, † Breda 12 april 1978, zn. van Pieter Arie en Auguste Mehlbaum; tr. 2e Bussum 9 sept. 1954 (echtsch. ingeschr. Bussum 4 aug. 1961) Thorvald Dudok van Heel, geb. Vlissingen 2 maart 1925, ass. geneesk. inr. te Genova (Mallórca), zn. van Abraham Everardus, directeur stoombierbrouwerij ‘De Meiboom’, en Antoinette Agatha Nonhebel; tr. 3e Arnhem 28 nov. 1963 Abraham Everardus Dudok van Heel (R.O.N.), geb. Semarang 9 aug. 1915, luitenant-kolonel art. b.d., † Hummelo 20 jan. 1993, zn. van Sebastien Abraham Corneille, administrateur suikerfabrieken Semarang, en Johanna Maria Siebers.

XIVd. Fokko Frederik van Hulten, geb. Veendam 29 juni 1864, confiseur-cuisinier te Winschoten, † Groningen 30 jan.1938, tr. Winschoten 12 nov.1908 Antonia Meijer, geb. Groningen 9 aug. 1880, † Nijmegen 5 dec. 1958, dr. van Harm graanfactoor te Groningen, en Jantje Kruize.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Fokko Frederik, volgt XVb.

 

2. Jantje Christina van Hulten, geb. Winschoten 4 juni 1915, kunstschilderes, tr. Groningen 28 nov. 1946 Johannes Hendrik Kat, geb. Urk 27 april 1915, raadsheer bij het hooggerechtshof te ‘s-Hertogenbosch, † Esch (N.B.) 25 mei 1994, zn. van Ds. Johannes en Johanna Maria Henriëtte Honig. [Esch].

 

3. Drs. Albert Jan van Hulten, geb. Winschoten 26 sept. 1918, apotheker te Amsterdam, † ald 15 mei 1999, tr. 1e 13 juli 1954 Drs. Miep Leupen, geb. Leeuwarden 21 febr. 1920, apotheker te Amdsterdam, † ald. 9 mei 1972, tr. 2e Amsterdam 14 juni 1973 Cok Leupen, † 17 maart 1976, beide dr. van Felix Ferdinand, leraar natuur- en scheikunde, en Catharina Johanna Wilhelmina Tangel.

 

XVb. Fokko Frederik van Hulten, geb. Winschoten 19 mei 1909, apotheker te Joure, † Assen 19 februari 1996, tr. Havelte 12 april 1938 Eltje Hendriks, geb. ald. 25 febr. 1918, dr. van Pieter, landbouwer en lid gem.-raad te Havelte, en Grietje Blok. [Paterswolde].

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Fokko Frederik Niewold, volgt XVIa.

 

2. Rudolf Pieter, volgt XIVb.

 

3. Drs. Antonetta Hiska Margriet van Hulten, geb. Joure 8 juli 1953, historica en publiciste, tr. Hasselt 24 aug. 1985, Marnix Pieter Bootsma geb. Zwolle 10 dec. 1952, bedrijfskundige en directeur de Leeuw B.V. zn. van Tjamko, directeur Leeuw B.V., en Clasina Oedske de Leeuw [Zwolle].

 

Uit dit huwelijk:

               1. Wieger Frederik Tjamko Bootsma, geb. Zwolle 4 aug. 1986.

2. Elske Clasina Froukje Bootsma, geb. Zwolle 28 maart 1989.

3. Hessel Okke Marnix Bootsma, geb. Zwolle 17 juli 1991

 

XVIa. Drs. Fokko Frederik Niewold van Hulten geb. Joure 16 jan. 1949, geoloog DSM, afdeling Energie Beheer Nederland te Heerlen, eerder section leader Heavy Oil Division bij Husky Oil Company te Calgary, tr. Paterswolde 9 juni 1977 Paulina Johanna Kruimel, geb. 's-Gravenhage 18 juni 1949, bibliothecaris, candidaat Scandinavische talen (deens), dr. van Herman Louis, conservator Centraal Bureau voor Genealogie te ’s-Gravenhage, en Alberdina Anna Johanna Borgesius . [Heerlen].

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Fokko Frederik Louis van Hulten geb. Calgary (Canada) 12 okt. 1978. student economie [Rotterdam].

 

2. Elisabeth Leonarda van Hulten geb. Calgary (Canada) 25 juni 1981.

XVI b. Dr. Rudolf Pieter van Hulten, geb. Joure 27 okt. 1951, apotheker te Joure, promoveerde 1 sept. 1998 te Utrecht op "Blue Boy – Why Not?", tr. Bornesketaig (Skye, U.K.) 10 aug. 1979 Cornelia de Vries geb. Vlissingen 3 maart 1951, docent geschiedenis en decaan VWO te Heerenveen, dr. van Hessel Hilbrand , tandarts te Vlissingen, en Cornelia Johanna Adriana Stevense, lerares.[Joure].

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Cornelia Eelkje Hiska van Hulten geb. Sneek 14 okt. 1991.

 

2. Frederic Lucas Hilbrand van Hulten geb. Sneek 18 okt. 1993.

 

XI b. Dr. Wouter van Hulten, geb. Groningen 8 dec. 1754, ingeschreven als med. student ald. 9 juni 1772, promoveerde in 1780 op ,,An concocta movera et purgare oporteat non vera crada?", geneesheer te Groningen en tuchtmr. provinciaal, woonde in de Spinhuisstraat ald.,  † Groningen 18 dec. 1805, tr. ald. (N.K.) 17 april 1785 Margrietha Buirma, ged. Groningen (N.K.) 19 juli 1761, † ald. 3 april 1814, dr. van Isebrand en Margien Tentink.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Margje van Hulten, ged. Groningen (N.K.) 1 febr. 1789, tr. 1e Jan Joris Batist, geb. Groningen omstr. 1787, metselaarsknecht, † ald. 17 juni 1832, zn. van Joris Jans Foré en Trientje Obbens, tr. 2e Groningen 15 mei 1834 Albert Jakobs Smit, ged. Baflo 27 sept. 1767, † Groningen 27 april 1839, zn. van Jakob Alberts en Martje Jans, laatst wedr. van Engeltien Doorenbos Kuipers.

 

2.      Johannes van Hulten, ged. 5 mei 1791, jong overleden.

 

3. Johanna Rebecca van Hulten, ged. Groningen (N.K.) 7 okt. 1792, † ald. 23 dec. 1873, tr. ald. 26 april 1839 Derk Hendriks Bos, ged. Noordhorn 20 maart 1785, bouwmeester der stad Groningen, zn. van Hendrik Jansz. en Meentie Derks en wedr. van Trijntje Thomas Gaaikema, dr. van Thomas Jacobs en Lutje Hendriks.

 

4. Theodorus, volgt XII c.

 

5. Isebrandina Petronella van Hulten, ged. Groningen (N. K.) 11 feb. 1798 tr. ald. 1 juni 1826 Albartus Roosingh, ged. Groningen (A-kerk) 26 juni 1799, onderwijzer, zn. van Wiert en Hinderika Roosingh.

 

6. Anna Catharina van Hulten, ged. Groningen (N. K.) 10 aug. 1800, † ald. 2 juni 1879, tr. Groningen 21 mei 1829 Lambertus Wilkens, ged. ald. (A-kerk) 4 maart 1801, zakkenverhuurder te Groningen, † ald. 20 april 1847, zn. van Pieter en Anna Berendina Boomgaart.

 

XII c. Theodorus van Hulten, ged. Groningen (N.K.) 26 juni 1796, koopman, winkelier in de Steentilstraat ald., † ald. 15 nov. 1861, tr. 1e Groningen 5 nov. 1820 Grietje van Dijk, ged. ald. (Martinikerk) 9 sept. 1796, † ald. 1 okt. 1828, dr. van Derk en Antje Wijpkes, tr. 2e Groningen 7 mei 1829 Margien Heeres, ged. ald. (N.K.) 3 april 1794, † Groningen 24 juli 1833, dr. van Gerrit en Hemmigje Klaasens Dijk en weduwe van Harke Meeuwes, tr. 3e Groningen 17 okt. 1833 Trijntje Meppen, geb. Veendam 18 okt. 1808, † Groningen 2 febr. 1875, dr. van Harm Roelfs, schipper, en Albertje Regnerus.

Uit het eerste huwelijk:

1.      Margaretha Johanna van Hulten, geb. Groningen 20 sept. 1821, † Groningen 2 april 1862, tr. ald. 15 sept. 1861 Jan Wijs, geb. Groningen 17 juli 1814, zn. van Lammert en Fijtjen Hemmes; wedn. van Barbara Tiddens, geb. Groningen 11 jan 1824, † 14 nov. 1859, dr. van Petrus, kanonnier bij de Groningse artillerie schutterij, en Outje Boulijnius.

2.    Antje van Hulten, geb. Veendam 25 aug. 1823, † Groningen 29 juli 1865, tr. Groningen 20 mei 1849 Hendrik Brederode, geb. Winschoten 24 april 1822, broodbakker in de Zwanestraat te Groningen, zn. van Nanne Geerts en Albertje Alderts Bakker.

3.      Aafje van Hulten, geb. Groningen 25 nov 1825, † ald. 5 juni 1827.

4.      Wouterdina van Hulten, geb. Groningen 18 april 1828, † ald. 14 aug. 1828.

Uit het derde huwelijk:

 

5.     Wouter, volgt XIII c.

6.      Alberdina van Hulten, geb. Groningen 15 okt. 1835, † ald. in een schip aan de Singel, 3 febr. 1837

7.       Alberdina van Hulten, geb. Helpman 6 juli 1844, † Rotterdam 2 jan. 1922, tr. Groningen 28 mei 1871 Jan Moes, geb. Lagemeeden 2 okt. 1845, veehouder te Groningen, † ald. 3 jan 1908, zn. van Freerk Jans Moes, voerman, en Anje Klaasjens Huizinga.

8.    Harmannus Ysebrand Buirma van Hulten, geb. Helpman 26 juli 1846, winkelier in de Oude Kijk in 't Jatstraat te Groningen, † ald. 19 jan 1908, tr. Groningen 16 mei 1873 Catharina Asselman, geb. ald. 13 juli 1851, dr. van Jacobus, milicien infanterie te Leeuwarden, en Geertruid van Wiek.

9.       Johannes van Hulten, geb. Groningen 7 aug. 1850, † Nijmegen 27 nov. 1869 als kanonnier 7e comp. van het 3e regiment vesting artillerie.

XIII c. Wouter van Hulten, geb. Groningen 1 okt. 1834, barbier in de Kleine Kromme Elleboog ald., † ald. 21 jan.1914, tr. Groningen 26 mei 1867 Annegien Zijlman, geb. ald. 22 juli 1838, † Groningen 24 jan. 1912, dr. van Jan Claassen, stijfselmaker ald., en Hieke Jans Steenstra.

 

Uit dit huwelijk:

1. Trientje van Hulten, geb. 4 maart 1868, tr. Groningen 27 dec. 1906 Hillebrand Fellinga, geb. Groningen 5 april 1865, † 15 mei 1958, zn. van Wietze, agent politie te Groningen, en Alberdina Molenberg.

 

2. Hieke van Hulten, geb. Groningen 14 aug. 1870, † Haren (Gr.) 1 jan.1950.

 

3.  Jantina van Hulten, geb. Groningen 9 juli 1872, † Amsterdam 16 april 1935, tr. Groningen 27 juli 1905 Laurens de Vries, geb. Groningen 15 aug. 1878, linotipeur te Groningen, † Haarlem 5 okt. 1957, zn. van Jan Douwes, timmerman te Groningen, en Hillechien Spijkman.

 

4. Theodorus van Hulten, geb. Groningen 28 april 1876, woonde in Southhampton (U.K.) tr. I. Taylor.